GIS in de strijd tegen het stedelijk hitte-eiland

GIS in de strijd tegen het stedelijk hitte-eiland

Geplaatst op: 11-10-2022

Geografische informatie systemen (GIS) werden door Prof. Dr. Peter Burrough in 1986 gedefinieerd als “A powerful set of tools for storing and retrieving at will, transforming and displaying spatial data from the real world for a particular set of purposes” (1). Kort door de bocht kunnen we GIS omschrijven als een verzameling werktuigen om ruimtelijke gegevens van de wereld op te slaan; op te vragen; te bewerken en te tonen. Maar, en dat maakt het nog veel leuker, na enkele analyses met behulp van een GIS kun je ook resultaten tonen die net een stapje verder gaan dan enkel aantallen, lengtes en oppervlaktes, kijk maar naar het hitteprobleem.

Door de stedelijke inrichting is het in de stad warmer dan in het landelijke gebied. Hierdoor ontstaat een stedelijke hitte-eiland. Dit effect verkleinen is vooral mogelijk met behulp van groen (2). Het liefst zo veel mogelijk groen van zo veel mogelijk verschillende soorten (3). Maar wat is veel groen en wat zijn veel soorten?

Door te kijken naar alle groen in Nederland van alle wijken van een bepaalde type, krijg je een aardig beeld van de relatie tussen hoeveelheid groen en wijktype. Door de relatie andersom te leggen en te kijken naar een specifieke wijk weet je hoe deze wijk het doet ten opzicht van alle Nederlandse wijken van dat type. Om het hitte eiland te bestrijden wil je meer groen in een wijk maar dan wel afhankelijk van wat er zoal mogelijk is. Statistische parameters als gemiddelde en kwartielwaarden bieden hier uitkomst. Dus streven naar 70% groen in een villawijk is wellicht realistisch, maar in een buurt van het type ‘hoogbouw centrum’ zit men met 18% groen al bij het groenste kwart van alle Nederlandse ‘hoogbouw centrum’-buurten.

Een andere relatie tussen groen en het stedelijk hitte eiland is: hoe diverser het groen, hoe lager de temperatuur als gevolg van het stedelijk hitte eiland (3). Maar beschrijvingen als hoeveel straatbomen of hoeveel verschillende straatbomen in een stad staan zeggen op zichzelf net te weinig om een beeld te krijgen van de diversiteit aan straatbomen. Nemen we met behulp van GIS statistieken mee, zoals de in de ecologie geaccepteerde Shannon-Wiener Diversiteits-index, dan krijgen we een beter beeld van diversiteit.

De inzet van de genoemde “powerful set of tools” van een GIS is onmisbaar om te analyseren, kwantificeren en te ondersteunen bij het maken van visies, beleid en gefundeerd advies aangaande de stedelijke omgeving.

Bronnen, referenties en verder lezen
1. Principles of Geographical Information Systems for Land Resources Assessment (Monograph on Soil and Resources Survey No. 12). By P. A. BURROUGH. (Oxford; Clarendon Press (Oxford University Press), 1986.)
2. Dimoudi, A., & Nikolopoulou, M. (2003). Vegetation in the urban environment: Microclimatic analysis and benefits. Energy and Buildings, 35, 69–76.
3. Wright, J.(2021), Hot take – we need diverse and rich tree species, not just more trees to reduce the urban heat island effect. https://envirobites.org/2021/07/12/hot-take-we-need-diverse-and-rich-tree-species-not-just-more-trees-to-reduce-the-urban-heat-island-effect/