De ‘Lob van Gennep’ ligt aan de Maas tussen Gennep en Mook. Overheden werken hier samen om de waterveiligheid te verbeteren. Het project Lob van Gennep is onderdeel van het Hoogwaterbeschermingsprogramma en het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport. Er wonen ongeveer 7.000 mensen en het is een gebied met veel landschappelijke kwaliteiten zoals de stuwwal, het Niersdal, de Mookerplas en het Genneperhuis.
Met de versterking van de dijk worden drie doelen gediend:
1. Het verbeteren van de hoogwaterbescherming in de Lob van Gennep
2. Het verbeteren van de waterbergende werking van het gebied om bij extreem hoogwater stroomafwaarts te zorgen voor een waterstandsverlaging
3. Het versterken van de (ruimtelijke) kwaliteiten en de gebruikswaarde van het gebied
Het projectgebied Lob van Gennep wordt momenteel tegen hoog water beschermd door een samenspel van dijken en hoger gelegen gronden. Sinds 2017 gelden andere normen voor waterveiligheid. De huidige keringen en hogere gronden
voldoen niet aan deze norm. De bestaande dijken moeten worden verhoogd en versterkt en op hoger gelegen gronden moeten waterkeringen worden aangelegd. Ten behoeve van de planuitwerking en de realisatie is een gebiedsinventarisatie nodig van beschermde flora en fauna. Enerzijds vormen de gegevens uit deze inventarisatie input voor het ontwerp- en planproces, anderzijds dienen deze gegevens als vertrekpunt voor het bepalen van de compensatieopgaven en voor eventuele ontheffings- en vergunningsaanvragen in het kader van de Wet natuurbescherming.
Binnen het projectgebied is een verkennend flora- en faunonderzoek door Kragten uitgevoerd. Uit de analyse van vier deelgebieden in de Lob van Gennep kwam naar voren dat er vervolgonderzoek/soortgericht onderzoek moest worden uitgevoerd naar de volgende soorten en groepen:
• Vaatplanten: akkerdoornzaad en grote leeuwenklauw
• Vogels: boerenzwaluw, boomvalk, buizerd, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, ooievaar, ransuil, ringmus, roek, steenuil, sperwer, torenvalk, wespendief en zomertortel
• Vleermuizen
• Grondgebonden zoogdieren: bever, das, eekhoorn en steenmarter
• Reptielen: hazelworm
• Vissen: beekprik en kwabaal
• Dagvlinders: grote vos
Op basis van de resultaten van het flora- en faunaonderzoek en het soortgerichte onderzoek is door Kragten geconcludeerd dat de voorgenomen dijkversterking mogelijk negatieve effecten kan veroorzaken op een aantal beschermde planten- en diersoorten. Gezien de complexiteit van het project en het grote aantal aanwezige beschermde soorten binnen de Lob van Gennep, stellen wij een ecologisch werkprotocol op. Hierin staan de richtlijnen voor de omgang met beschermde flora en fauna, om negatieve effecten op deze soorten te voorkomen.