Wie gaat zijn huis verduurzamen? En wanneer? Welke agrarische bedrijven stoppen de komende jaren? Welke nieuwe activiteiten trekken we aan in het buitengebied? En hoe reizen we eigenlijk in 2050? En hoe ziet ons klimaat er dan uit? Wat vinden we daar als gemeente van? Met welke ontwikkelingen en opgaves moeten we wat en waar willen we wat mee?
Antwoorden op deze vragen zijn niet altijd eenvoudig en eenduidig. Dat hoeft ook niet. Die antwoorden, of een eerste aanzet, gedachten of ideeën hierover, zijn belangrijke input voor de omgevingsvisie 2050 van de gemeente Bernheze. Hoe de wereld in 2050 precies is, weet niemand, maar ze zal zeker anders zijn.
Bernheze is een agrarische gemeente met veel buitengebied en vijf (relatief kleine) kernen die voor voorzieningen sterk georiënteerd zijn op omliggende steden. Tel daarbij voor dit gebied een forse opgave rond het veranderende klimaat op, waarbij het agrarische middengebied te maken krijgt met verdroging, terwijl de westflank en het zuiden juist gevoelig zijn voor overstroming, en je begrijpt dat hier niet op dezelfde voet door kan worden gegaan. Het huidige systeem is eindig, maar wat dan?
Duidelijk is dat dit een omgevingsvisie wordt waarbij een stip op de horizon van levendige kernen en een gezonde, duurzame en veilige leefomgeving onvoldoende is. Dat is misschien wel wat we uiteindelijk willen, maar om die stip te bereiken moeten we nu concreet een andere koers gaan bepalen. Komende tijd stoppen we daarom veel energie in het in beeld krijgen van de opgaven, om vanuit dat vertrekpunt een passende koers te bepalen. Een koers die past bij eerste aanzetten en voorspellingen als ‘de komende tien jaar gaat de helft van de veetelers hier stoppen.’ Antwoorden die achteraf gezien misschien niet exact het juiste aantal voorspellen, maar die wel duidelijk maken dat een afwachtende houding of ‘een beetje aanmodderen op dezelfde weg’ voor de gemeente Bernheze niet gaan passen, maar die vragen om een omgevingsvisie met keuzes.